Everest BC + Annapurna BC, najaar 2003
Pauze, onderweg naar Dingboche.
Op de voorgrond Garma Sherpa.
Dorje Kame en Otto op de Nangkartshang Peak (5003m), bij Dingboche.
Op de achtergrond de Ama Dablam (6812m).
Ama Dablam, gezien vanaf het zadel (5360m) voor de Chukung Ri (5546m).
Ons kamp (5440m) onder de Kongma La (5535m). Het laagste punt op de kam is de pas. Garma Sherpa heeft hoofdpijn en voelt zich grieperig; hij wordt verzorgd met Paracetamol.
Jan, de man van mijn nichtje Anita, en ik hebben afgesproken om nog eens te proberen de trekking naar het Everest basiskamp te voltooien. Voor mij zal het de derde keer zijn dat ik dit probeer. In 1997 was ik in dat gebied met collega hardlopers uit het DSM Team Cross-du-Mont Blanc, Leny, Simon, Otto en Huub. Toen moest ik vlak voor Lobuche, wegens (hoogte)ziekte, opgeven. In 2000 was ik er samen met Jan. Ik voelde me toen beresterk, maar Jan werd in Lobuche hoogteziek en we gingen samen terug. We hebben toen gemerkt dat het bijzonder plezierig is om rustig aan te doen.
Voor dit jaar hebben we daarom een schema opgesteld met een uitvoerige acclimatisatie rond de 4000 meter. We hebben echter ook een extra uitdaging in de planning verwerkt, namelijk om over drie hoge passen te gaan. Dat zijn de Kongma La tussen Chukung en Lobuche, de Cho La tussen Lobuche en Gokyo en de Renjo La tussen Gokyo en Thame. Otto sluit later aan. Daar hij, bij wijze van spreken, rechtstreeks van Lukla naar de Kala Pattar kan lopen zonder last te krijgen van hoogteziekte, spreken we af dat hij zich qua tempo aan ons zal aanpassen.
Otto kan niet op dezelfde datum vliegen als Jan en ik. Hij zal een week later vertrekken en we zullen elkaar dan treffen in Dingboche. Jan en ik krijgen dus de gelegenheid voor een rustige hoogteaanpassing tot 4000m. Voor de organisatie van de trekking schakelen we Kame Sherpa en het trekkingbureau MultiAdventure in. MultiAdventure levert de hoogtegids en materieel. Kame werft onder zijn collega's een kok, koksmaat en dragers.
Een week voordat we zullen vertrekken slaat het noodlot toe - Jan moet een spoedoperatie ondergaan. Het is onmogelijk dat hij mee op reis gaat. Na de operatie moet hij thuis blijven om aan te sterken. Daardoor krijgt zijn vrouw, Anita, de gelegenheid om op stap te gaan. Zij heeft twee jaar geleden een trekking naar het Annapurna basiskamp moeten afbreken i.v.m. lawinegevaar. Ze wil die trekking graag over doen. Ze kan een vliegticket krijgen met een aankomst in Kathmandu een paar dagen na mijn terugkomst uit het Everestgebied. Mijn vertrekdatum uit Nepal blijkt, zonder problemen, een paar weken verzet te kunnen worden. Daardoor kunnen we die Annapurnatrekking samen gaan doen.
Daar onze Everesttrekking niet zo vaak gedaan wordt geef ik U de dagétappes, met mijn opgenomen
details van de gevolgde route. Ik hoop dat U ook tot de conclusie komt dat er voor bepaalde trajekten, zonder bezwaar, meer tijd gereserveerd had kunnen worden. Het vermijden van onnodige inspanning verhoogt de kans op succes.
De étappes en de dagtochten zijn zodanig gekozen dat een goede aanpassing aan de hoogte voor veel mensen verzekerd is. In Dingboche en in Chukung wordt gewerkt aan de acclimatisatie tot 5000m. Chukung, op 4750m, is daarvoor ideaal. Je kunt rustig wandelen richting basiskamp van de Island Peak en je kunt er de hoogte in naar de Chukung Ri. Ik ben daar niet verder gegaan dan het zadel op 5360m. Je hebt daar een fantastisch uitzicht op het massief van de Ama Dablam, de Nuptse, Lhotse, Lhotse Sar, Island Peak, Makalu en de mooie punt van de Pumori.
Vanaf Kala Pattar (5550m): in het midden de Everest (8850m), rechts daarvan de Nuptse (7861m).
Drukte op de Kala Pattar (5550m): je bent er niet gauw alleen.
Ik vind het vreemd dat de gletsjertocht van Gorak Shep naar het basiskamp van de Everest, in de literatuur, niet als een hoogtepunt wordt beschreven. Ik heb in de Alpen diverse gletsjertochten gemaakt, maar de halen het allemaal niet bij deze tocht.
Je begint in Gorak Shep langzaam omhoog te lopen en gaat dan over naar de top van de zijmorene van de Khumbu gletsjer. Daarna daal je steil af naar de gletsjer en begint het spektakulaire deel. Mooie inzichten in de gletsjer en allerlei ijsstrukturen. Wel knap vermoeiend, maar fantastisch.
Op weg naar de Kala Pattar komt een tibetaans sneeuwhoen kijken of Kame nog meer koekjes heeft.
Bij Gorak Shep zijn de tibetaanse sneeuwhoenders een bijzondere attractie. Elke morgen komen ze vanaf de zijmorene van de Khumbugletsjer door ons kamp om de helling van de Kala Pattar op te gaan.
Dzonglha (4850m).
Draagsters op weg naar de Cho La.
Cho La (5420m).
Rond 5000m zijn de hoogteverschillen niet groot, maar je kunt toch aardig moe worden.
Enkele voorbeelden:
- na een étappe van zes uur met een stijging van ruim 700 meter, in het kamp onder de Kongma La, noteer ik in mijn dagboek "Wat kan een mens zich toch aandoen. Ik geloof niet dat ik ooit een zwaardere étappe gelopen heb",
- op weg van Lobuche naar Gorak Shep spreek ik zo'n half uur voor het bereiken van Gorak Shep mijn noodvoorraad suikerklontjes aan omdat ik voel geen energiereserves meer te hebben,
- bij de meren achter Gokyo kom ik de eerste avond niet uit mijn tent om op een heuveltje de zonsondergang te gaan fotograferen. Jammer, want Otto heeft daar toen prachtige foto's gemaakt.
Gokyo meertjes (5150m) achter Gokyo, Nepalees basiskamp
van de Cho Oyu (8153m).
In de Renjo La (5340m), de laatste hoge pas in deze trekking.
Voor de volledigheid moet ik nog melden dat Otto me al in Deboche inhaalde. Hij was een dag ingelopen op zijn schema. Voor Otto en mij zijn er zes Nepalezen in de weer geweest: gids Dorje, Kame, kok Sonam en koksmaten/dragers Saila, Garma en Gombu.
Zonder deze mensen had ik die trekking nooit kunnen doen.
Het is prima geregeld - de dag, nadat ik Otto naar het vliegveld heb gebracht, kan ik Anita daar gaan afhalen.
We hebben afgesproken om samen naar het Annapurna basiskamp te gaan.
Annapurna Sanctuary
Tijdens deze tocht hebben Anita en ik ons verzekerd van de hulp van:
- Kame Sherpa als gids,
- Sonam Sherpa als drager en
- Tendi Sherpa als drager.
In het najaar van 2003 hebben de maoïsten al een sterke machtspositie in het Annapurnagebied. Voordat Anita en ik uit Kathmandu vertrokken, hadden we al te horen gekregen dat we waarschijnlijk een 'gift' van NRs 1000 per niet-Nepalees zouden moeten geven aan de maoïsten. Het was aan te raden deze zonder morren te betalen anders kon de eis nog wel hoger uitvallen.
Toen we uit Pokhara vertrokken naar Nayapul moesten we nog snel even NRs 1200 betalen aan de club van trekkingagenten. Dat was omdat we geen trekkingbureau hadden ingeschakeld. Men kwam aan dat bedrag door voor elke Nepalees per dag NRs 100 te vragen. Dat was dan de legale vorm van afpersing. In Nayapul moet er ook noch een bijdrage gestort worden. Nu in de kas van de vereniging van rafters. Dit keer is het iets van tussen de 100 en 200 roepies voor de hele groep.
In Gurjung: een schoolklas in de buitenlucht.
Ook voor Nepalese kinderen is een ballon een feestartikel.
Machapuchre (6993m) bij zonsondergang.
De zon komt op achter de Machapuchre (6993m).
Annapurna-I-Zuidwand (8091m).
Annapurna South (7219m).
Wij lopen het volgende rondje met start in Nayapul: Ulleri - Banthanti - Sinuwa - Deurali - Machapuchre BC - Annapurna BC en terug naar Bamboo - New Bridge - Phedi. Wanneer je niet al te best getraind bent zou ik aanraden er enkele dagen langer over te doen dan de 8 die wij gebruikten.
Wanneer ik mijn hoogtemeter mag geloven zijn we tijdens dit rondje gemiddeld elke dag 950 meter gestegen (de eerste 4 dagen 1102 tot 1278 meter per dag).
Meer details over de etappes.
Wanneer we op de terugweg, in Chomrong, dit moedertje van een zeven dagen oude tweeling zien zitten, moet er een lange pauze ingelast worden. Anita laat er alle babykleertjes achter, die ze uit Nederland had meegebracht.
(In 2005 kom ik weer door Chomrong en ik slaag erin de familie te treffen. Een van de tweelingen is gestorven).
Kleren wassen in het Pewameer.
Pokara is een ideale stad om te relaxen. Op of aan het Pewameer is altijd wel wat interessants te zien.