Lhasa en Everestgebied in Tibet

Chitwan (Nepal)



Samen met Otto via Nepal naar Tibet.
Vorig jaar hadden we tijdens de Annapurna trek een gids leren kennen, die een erg goede indruk maakte. Hij had ons de indruk gegeven dat we met hem naar Tibet konden gaan, indien we de reis via het bureau van zijn zoon, in Kathmandu, zouden boeken. Het bleek eventjes anders te gaan. De zoon had alleen een ticketbureau en had de organisatie doorgeschoven naar een echt trekkingbureau. Toen we na problemen in Tibet, bij hem verhaal wilden halen gaf hij niet thuis en hij wilde pas na sterk aandringen een gesprek met dat bureau organiseren.

Na aankomst in Kathmandu werden we in een vliegtuig naar Lhasa gezet, waar een chinese reisagent ons opwachtte. Ik had Kame gevraagd om mee te gaan als mijn persoonlijke drager. Hij kan zich in het tibetaans goed redden.
Lhasa was indrukwekkend. We bezoeken ook de kloosters in de omgeving. We hadden al de ervaring dat het op vele plaatsen bijzonder duur was wanneer je wilde filmen, maar in de Potala, het paleis van de gevluchte Dalai Lama, mag helemaal niet gefilmd en zelfs niet gefotografeerd worden. Dat viel in eerste instantie tegen, maar was toch gunstig, want het was de aanleiding om het boek met prachtige foto's en veel uitleg te kopen. Betere foto's had ik zelf nooit kunnen maken.


Hij gaat wel nog mee naar Kharta Qu. Wat moet die man een pijn gehad hebben, vooral tijdens die autorit over de keienweg. Na de eerste dag van de trekking blijkt dat het echt niet gaat. Hij gaat de volgende morgen terug naar Kharta Qu.


Daar ga ik dan de Kangshung vallei in, zonder mijn persoonlijke helper, op weg naar het Kangshung basiskamp van de Everest. We gaan via de Sho La (ca. 4900 m) en zullen terug komen via de Kangma La (ca. 5300 m). In Petang Ringmo zegt de gids "dit is het basiskamp". Wij: "nee, volgens onze routebeschrijving is dat nog een dag verder". De yakherders gaan wel verder want een van de yaks is doorgelopen en moet worden teruggehaald. De gids is niet tot andere gedachten te brengen. Hij blijft volhouden dat dit de plaats is die zijn baas hem heeft aangegeven. Ook de hulp van trekkers, die terug komen van het basiskamp, helpt niets. Een schrale troost was dat die trekkers de wand niet gezien hadden vanwege de laaghangende bewolking. We komen niet verder dan een honderd meter boven het weidegebied bij Rabka Chu.
Terug in Kartha Qu rijden we via Dingri naar Dza Rongphu, het klooster zo'n 10 Km. voor het basiskamp van de Everest.


De gids:"hier moest ik jullie van mijn baas brengen en over vier dagen vertrekken we naar de grens met Nepal".
Wij:"nee, volgens het afgesproken reisschema hebben we hier acht dagen om naar het basiskamp voor de beklimming via de Noord Col te gaan". Even lijkt het erop dat we hem kunnen bewegen hier acht dagen te blijven, maar dan is het toch "nee, het blijft vier dagen".
Otto regelt een yakherder om in een crash programma toch naar het Noord Col basiskamp te gaan. Ik heb wat hoofdpijn en durf het niet aan om in twee dagen nog 1000 meter te stijgen. Ik kom de volgende dagen niet verder dan ongeveer twee uur lopen achter het basiskamp en de helling boven Dza Rongphu.
In Zangmu, aan de grens met Nepal krijgen de tibetanen van Otto geen fooi en van mij maar een minimale. Ik nam nog aan dat hun baas de hoofdschuldige was aan de problemen.